Foutmelding

Deprecated function: The each() function is deprecated. This message will be suppressed on further calls in _menu_load_objects() (regel 579 van /var/www/vhosts/taaluniebericht.org/2014.archief.taaluniebericht.org/includes/menu.inc).

Editie oktober 2014

Dit is een oude versie van Taalunie:Bericht en wordt niet meer bijgewerkt. Ga voor nieuwe artikelen naar taaluniebericht.org.

Margot Vanderstraeten
Margot Vanderstraeten
Rubriek: 
Auteur: 
Margot Vanderstraeten

Margot Vanderstraeten: Uit de biecht/school geklapt

Ik heb zojuist de eerste gecorrigeerde versie van mijn manuscript ontvangen. Dat is, om velerlei redenen, een spannend moment. Een van die redenen betreft de taal. Zelfs als je beroepsschrijver bent, weet je dat je nog altijd fouten schrijft. Niemand beheerst de taal, die constant verandert, perfect. Zelfs correctoren niet.

Omdat ik een Vlaamse auteur ben, die in Nederland wordt uitgegeven, ben ik dubbel en dik (dubbel en dwars in Nederland) nieuwsgierig naar de opmerkingen van de corrector. In de literaire wereld is de taalnorm namelijk niet netjes verdeeld. Het gros van de uitgevers - ook die van vele Vlaamse auteurs - bevindt zich in Nederland. Dat betekent dat al hun correctoren de Noord-Nederlandse taalnorm hanteren.

En dus mag je lang zoeken naar een corrector die ‘sodemieter op’ in een manuscript aanvinkt omdat hij meent dat het ‘te Hollands’ klinkt. Voor ‘doei, jemig, asjemenou, hartstikke of de kat op het spek binden’ geldt hetzelfde. Deze - en veel meer - woorden en uitdrukkingen worden terecht als Standaardnederlands beschouwd. Daar is op zich niets mis mee. Het gevaar schuilt ‘m in de dominantie: het Zuid-Nederlands wordt door zijn machtige en autoritaire variant in het Noorden overschaduwd. Voor alle duidelijkheid: met Zuid-Nederlands bedoel ik die woorden en constructies die, zonder dat ze tussentaal zijn, alleen bezuiden de rijksgrens gebezigd en begrepen worden, en die onze gezamenlijke taal, het Nederlands, zo veel rijker en gevarieerder maken.

Stel je voor dat ‘op een boogscheut van’ telkens in ‘op een steenworp van’ verandert? 

Stel je voor dat ons ‘heimelijk’ overal ‘stiekem’ wordt? Dat ‘op een boogscheut van’ telkens in ‘op een steenworp van’ verandert? Dat het Zuid-Nederlandse ‘vijgen na Pasen’ verdwijnt en door ‘mosterd na de maaltijd’ wordt vervangen? Dat ‘zo oud als de straat’ in alle boeken ‘zo oud als de weg naar Kralingen’ wordt? Dat de uitdrukkingen ‘het niet onder de markt hebben’ en ‘de kat bij de melk zetten’ worden geschrapt? Dat de krokante croque-monsieur tot een flauwe tosti wordt omgetoverd, en gelijkaardig altijd gelijksoortig wordt? Om van lidwoorden nog te zwijgen. Daarin wordt van ‘de’ soort steevast ‘het’ soort gemaakt. Bij tarmac – inderdaad een twijfelgeval – staat een vraagteken. Is het 'de' of 'het' tarmac (beide) en wordt met ‘tarmac' (op het vliegveld) dan niet gewoon 'landingsplatform' bedoeld? Nee dus.

De Noord-Nederlandse norm regeert. Gelukkig zijn de correctoren streng maar rechtvaardig en, voor zover ik weet, bestaat er geen enkele Nederlandse uitgever die niet openstaat voor argumenten ten faveure van de Zuid-Nederlandse taalvariant. Maar dat geldt dan alleen ten opzichte van schrijvers die om de authenticiteit van hun pen geprezen en uitgegeven worden. Literair vertalers uit Vlaanderen hebben het op diezelfde markt veel moeilijker: als Nederlandse uitgevers kunnen kiezen uit mensen van eigen volk of van België, kiezen ze haast altijd voor die eigen mensen, dus voor die veiligheid van hun Noord-Nederlandse taal.

Of deze kleine taalstrijd een straatje zonder eind (een uitzichtloze situatie) is?

Gelukkig zijn er ook Nederlandse auteurs die ‘Vlaamse’ woorden in hun teksten integreren. Jeroen Brouwers is zo’n unicum: in Het hout, zijn nieuwe roman, wordt er 'geplaasterd' in plaats van 'gepleisterd'. En dat is maar een voorbeeld. De andere mag u zelf zoeken.

En gelukkig laten de meeste Vlaamse auteurs zich niet de mond snoeren. Ze zijn mondig genoeg om voor hun taaleigenheid op te komen. Kortom, ik verander de deken dus overal weer in het deken. En het vliegtuig blijft op de tarmac landen.

Of deze kleine taalstrijd een straatje zonder eind (een uitzichtloze situatie) is? Nee, want het is overduidelijk dat we geen dovemansgesprek (een dialoog tussen mensen die elkaar niet kunnen of willen begrijpen) voeren. Drink er maar een fruitsap (vruchtensap) op, zou ik zeggen.

Margot Vanderstraeten (1967) is freelance journaliste (vooral voor De Morgen), columniste (De Morgen, Feeling, Gentleman, Boekenkrant) en schrijfster. In 2003 kreeg ze voor haar roman 'Alle mensen bijten' de Debuutprijs van Boek.be. In datzelfde jaar won ze als prominente het Groot Dictee van de Nederlandse Taal. Haar vierde roman, 'Het vlindereffect', rolt deze maand van de persen.