Taalunienieuws
Geëmigreerde Nederlanders en Vlamingen houden vast aan eigen taal en cultuur
Eerste wereldwijde onderzoek naar Nederlandse taal, cultuur en identiteit onder geëmigreerde Nederlanders en Vlamingen
Nederlanders en Vlamingen die naar een ander land emigreren, blijven vasthouden aan hun eigen taal en cultuur. Dat blijkt uit de allereerste wereldwijde inventarisatie van het behoud of verlies van de Nederlandse taal, cultuur en identiteit. De bevinding is opvallend, omdat uit eerder onderzoek was gebleken dat Nederlanders en Vlamingen die in de vorige eeuw naar Canada of Australië waren vertrokken, vaak hun taal snel opgaven.
Geëmigreerde Nederlanders en Vlamingen onderhouden de band met het thuisland dankzij communicatiemiddelen in het Nederlands, zoals sociale media en Skype, online kranten, digitale televisie en Nederlandstalig onderwijs. Zij zouden meer advies willen hebben over hoe ze hun kinderen ook Nederlands kunnen blijven leren.
De belangrijkste conclusies op een rij:
Praktische en bureaucratische belemmeringen
Er wonen momenteel naar schatting 700.000 tot ruim één miljoen Nederlanders in het buitenland en ongeveer 440.000 Belgen (Vlamingen en Walen). Veel emigranten zien het Nederlands als een kernwaarde van hun identiteit. Ze willen de taal en hun cultuur graag doorgeven aan hun kinderen en hebben grote behoefte aan informatie over hoe ze bijvoorbeeld kinderen in hun vestigingsland tweetalig kunnen opvoeden.
Een digitaal of fysiek informatiecentrum over de Nederlandse taal, cultuur en onderwijs kan volgens de onderzoekers de betrokkenheid van geëmigreerde Nederlanders en Vlamingen met het geboorteland verstevigen en bestendigen.
Over Vertrokken Nederlands
Aan het pilotonderzoek Vertrokken Nederlands hebben bijna 7000 Nederlandse en Vlaamse emigranten deelgenomen, uit 130 verschillende landen. De meesten van hen werden gevonden via speciale Facebookgroepen voor Nederlanders en Vlamingen in den vreemde. Het onderzoek is door het Meertens Instituut uitgevoerd in opdracht van de Taalunie. Het is een aanvulling op het onderzoek naar de Staat van het Nederlands, dat zich richt op de taalkeuze in Nederland en Vlaanderen en dat, ook in opdracht van de Taalunie, in 2017 door het Meertens Instituut en de Universiteit van Gent is verricht.