Editie september 2017
- Anderstalige kleuters leren Nederlands
- In memoriam Koen Jaspaert (1956-2017)
- 'De robot van de machine is de mens'
- Nederlands studeren biedt kansen
- Helpt u het Nederlands toegankelijk te maken voor iedereen?
- De oorsprong van ‘onderwijs’ en ‘brasserie’
- Meertaligheid op het werk
- Taalregels: ‘Halve waarheden en hele leugens’
- Beter goed gejat …
- Taal steeds minder magisch
- Hoe stimuleer je anderstalige kinderen Nederlands te leren?
- Zo leert een kind zijn moedertaal
- Spaanse ondertiteling?
- De neanderthaler is ...
- Haal de fout uit de zin
- Haal de fout uit de zin
- Haal de fout uit de zin
- Haal de fout uit de zin
Anderstalige kleuters leren Nederlands
Taal schept kansen en verbindt. En dus is het waardevol om je als vluchteling snel de taal van het land waarin je bent eigen te maken. Er zijn in Nederland en in Vlaanderen al veel trajecten opgezet en er is een breed aanbod van cursussen en materialen voor mensen die Nederlands willen leren. Een van de initiatieven op dit gebied heet Hayya en is gericht op natuurlijk taalleren bij Syrische kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar. ‘Hayya’ betekent in het standaard-Arabisch ‘Kom, laten we gaan’. Deze maand is de methode voor het eerst gebruikt in de praktijk.
Het is bij Hayya niet noodzakelijk dat kinderen zelf al kunnen lezen en schrijven. Jonge kinderen pikken een taal op met al hun zintuigen. Ze memoriseren taal door verbaal en non-verbaal te communiceren met hun hele lichaam. Woorden worden gekoppeld aan fysieke actie en daarmee zien de kinderen welke boodschap wordt overgebracht. Daarnaast geven intonatie en emotie betekenis aan het verhaal. Daarom is er gekozen voor een serie van tien verhalen over thema’s uit de leefwereld van kinderen, bijvoorbeeld over dieren en verjaardagen. De verhalen zijn gebundeld in een kinderboekje.
Meer dan taal
Het boekje bevat, naast verhalen en tekeningen, ook een handleiding met praktische tips en adviezen bedoeld voor iedereen die de kinderen wil begeleiden in hun leerproces, zoals vrijwilligers en medewerkers van asielcentra. Karen Reekmans is lector lager en kleuteronderwijs en onderzoeker PWO taalCULTuur bij Hogeschool PXL. Zij vertelt: ´De meeste vrijwilligers zijn niet didactisch geschoold. De handleiding biedt didactische ondersteuning. Hoe ga je bijvoorbeeld om met kinderen die een trauma hebben opgelopen? En wat doe je als het niet lukt om de kinderen mee te krijgen? Daarnaast hebben we eerder 6 tips online geplaatst voor de (vrijwillige) begeleiders. Het is goed om te beseffen dat, naast de taal, ook de culturele achtergrond een rol speelt. Kinderen die jarenlang in een oorlogsgebied hebben doorgebracht hebben wellicht geen goed beeld van een zwembad. Dat zijn zaken die we bij ook een eventueel vervolgtraject moeten meenemen.’
‘Taalvordering, expressie en welbevinden stuwen elkaar omhoog.’
Dubbel nut
Bij Hayya hoort een kleurboekje voor de kinderen dat Nederlandse/Arabische woorden eruit licht. Na de bijeenkomst kunnen de ouders de verhalen ook nog eens (voor)lezen, omdat een deel van de inhoud ook in het standaard-Arabisch is opgenomen. Hellmuth Van Berlo, senior adviseur bij de Taalunie: ´Liefst zijn ook de ouders aanwezig op de bijeenkomsten op de asielzoekerscentra. Zij pikken dan ook wat op van de Nederlandse taal en onze cultuur. Naast het nut van het leren van de Nederlandse taal, doorbreken de sessies de vaak lege dagen in het asielzoekerscentrum en helpen verveling tegen te gaan. Ook dat is meegenomen.´
De praktijk
Lara Putzeys, studente aan Hogeschool PXL ontwikkelde het boekje en testte haar project deze maand in de praktijk. Kleuters uit verschillende klassen maakten door middel van verhalen kennis met Nina, het hoofdpersonage. Daarnaast bezocht Lara verschillende groepen kinderen op Vlaamse asielcentra. Lara: ‘Mijn ervaringen zijn positief. Ik zie dat de methode goed aansluit bij de kleuters. De kleintjes gaan er snel in mee. Ze bewegen letterlijk mee met het verhaal. Als je het verhaal vertelt en het daarna nog eens samen verbeeldt, merk je dat de kinderen het snel oppikken. Zo had ik bijvoorbeeld verteld en uitgebeeld dat je je schoenen uitdoet voordat je zwemkleding aantrekt. Toen we het daarna nog eens nadeden, begonnen veel kinderen hard te lachen toen ik mijn schoenen aanhield. Ze hadden begrepen dat dit niet klopt.’
Die Nederlandstalige handleiding bij HAYYA kwam tot stand i.s.m. PXL-Education in Hasselt en Tout Maastricht in Maastricht en met de financiële steun van de Nederlandse Taalunie. De methode voor dit boekje is gebaseerd op die van “Auf die Plätze, klaar, partez!“, een methode die oorspronkelijk binnen het Interreg-project LINGUACLUSTER is ontwikkeld om kinderen in de Euregio Maas-Rijn spelenderwijs met elkaars buurtalen en –culturen te laten kennismaken. Deze methode is succesvol en wordt met de handleiding nieuw leven ingeblazen.
In België wordt Hayya verspreid door de Hogeschool PXL (contactpersoon Karen Reekmans), in Nederland door Tout Maastricht (contactpersoon Ruud Halink).
- Login om te reageren