Editie juli 2014
- Met een boek de wereld rond
- Tachtig woordenboeken in je broekzak
- Zomercursus: Verliefd op het Nederlands
- Ann De Craemer: De hemelse straf van Babel
- Creatief op de achterbank
- Taal in korte broek
- Daniël Vis: ‘Elke reactie is goed, behalve schouderophalen’
- Als het maar goed klinkt
- Ik heb gebackpackt
- Goed of fout? Ergernissen op vakantie
- Een helpie bij de shelfie
Zomercursus: Verliefd op het Nederlands
De beste manier om een taal te leren, is om verliefd te worden op een buitenlander. Maar dat is niet iedereen gegeven. De Taalunie geeft iedere zomer 250 jongeren de kans om een beetje verliefd te worden op het Nederlands en de plekken waar het gesproken wordt. Tijdens de zomercursussen Nederlandse taal en cultuur in Zeist en Gent krijgen leergierige studenten van over de hele wereld een compleet taal- en cultuurbad.
We lopen een dagje mee met de cursisten in Zeist, benieuwd naar wat er in de lessen gebeurt en wat de studenten zelf te vertellen hebben.
Van schoorsteen tot De Stijl
‘Deltawerken’, ‘afwimpelen’, ‘schoorsteen’, ‘toegankelijk’, ‘De Stijl’, ‘Erasmus’. Het zijn een paar van de nieuwe woorden of begrippen die ze al geleerd hebben. Ze komen uit 29 landen, van Argentinië en Armenië tot Italië en Indonesië. Stuk voor stuk enthousiaste jonge mensen die in hun eigen land een academische studie Nederlands volgen. Nederlands is immers best wel populair in het buitenland. Aan 175 universiteiten in de wereld studeren ruim 15.000 studenten Nederlands.
Waarom, denkt u vast meteen? De redenen variëren. De Poolse Sylvia (25) was op vakantie in België en werd meteen verliefd op het Nederlands. Ivan uit Servië (20) wilde bij zijn studies zijn broer niet na-apen en koos een andere taal. De Franse Alizée (20) hoorde soms Nederlanders praten en wilde hen graag kunnen verstaan. De Hongaarse Nóri (22) hoopt werk te vinden in een organisatie waar ze haar talenkennis kan gebruiken. Michael (27) uit Duitsland wil misschien leraar Nederlands worden en de Chinese Xiao (21) wil graag een masteropleiding in Nederland gaan volgen.
Te snel
Vinden deze jongeren, die allemaal bewust voor de studie van het Nederlands hebben gekozen, het eigenlijk een moeilijke taal? Voor de Belgische Isabeau (19), die thuis Frans spreekt, vormt de uitspraak een probleem. Typhaine (20) uit Frankrijk heeft vaak problemen met de vervoeging van de werkwoorden. Nóri vindt het lastig om een goed niveau te bereiken, en volgens Alizée spreken we te snel - zij worstelt soms ook met de grammatica. Vaak is het Nederlands echter een derde of een vierde taal. Voor Xiao is het bijvoorbeeld de derde taal, en dankzij zijn andere talen kan hij vaak de betekenis van nieuwe woorden in het Nederlands afleiden.
Altijd praten
Wat ze erg appreciëren aan de zomercursus is dat er zoveel verschillende nationaliteiten zijn. ‘Het is interessant om zoveel mensen uit verschillende culturen te leren kennen, zeggen zowel Typhaine als Michael. Isabeau vindt het heerlijk om zoveel Nederlands te kunnen praten, want ‘thuis in Namen spreekt niemand Nederlands’. De Servische Ivan geeft haar gelijk: ‘Je kunt hier altijd, op elk moment, met iemand praten. Alles wordt hier ook veel interactiever aangepakt dan thuis’. Ook Sylvia vindt het fijn dat er veel gepraat wordt. ‘Alles is hier wat moderner. We kunnen een laptop gebruiken en allerlei filmpjes bekijken.’ Heel veel nadruk wordt er op spreken gelegd, vooral omdat de lessen thuis daar niet altijd veel tijd voor vrijmaken.
Hoog
Het niveau van de cursus ligt hoog: in de les wordt gediscussieerd over de zorg voor oudere mensen of over de rol van vrouwen in de politiek. De perspectieven van zoveel nationaliteiten maken dit soort discussies extra interessant. De actualiteit is vlakbij: op het interactieve scherm surft de docent naar het laatste nieuws. Maar er zijn ook creatieve momenten: in een ander lokaal wordt naarstig getekend en gekleurd. Als aanloop naar het stadsbezoek was de opdracht: ‘maak een opvallende affiche voor een Rotterdamse bezienswaardigheid’. De affiches prijken na de les in de centrale hal.
Culturele injectie
Vier uitstappen en evenveel lezingen geven de studenten naast de lessen een stevige culturele injectie. Als voorbereiding op een bezoek aan het Kröller-Müller Museum werd er in de les ingezoomd op de belangrijke kunststromingen, wat veel studenten bijzonder interessant vinden. 'Bij ons in de les gaat het nooit over kunst', verduidelijkt Typhaine. Ook zijn er speelse opdrachten om schilderijen te leren analyseren. Zo moesten een groep de grootse taferelen op schilderijen van Rembrandt uitbeelden, wat met de nodige hilariteit gepaard ging.
Hoge fiets
Ook fietsen is een vorm van cultuur. Voor sommigen is het fietsen op een hoge Hollandse fiets echter een uitdaging. ‘In China zijn de fietsen veel lager. Ik vind het hier niet zo veilig want ik heb korte benen’, glimlacht Xiao. De andere studenten denken daar duidelijk anders over – in talloze groepjes rijden ze na de lunch weg, misschien wel om even rustig bij te kletsen in hun eigen taal.
Zomercursus Nederlandse taal en cultuur
De zomercursus Nederlandse taal en cultuur duurt drie weken en omvat iedere dag (behalve zondag) 4,5 uur les in kleine groepen. Het laatste uur ’s ochtends is een keuzevak: hier verdiepen ze zich in onderwerpen als modern proza, de multiculturele samenleving, zakelijk schrijven of muziek (‘Dromen zijn bedrog’ wordt enthousiast meegezongen). Bijzonder hierbij is dat de studenten van de verschillende niveaus gewoon door elkaar zitten. Ook de middagen zijn met taal gevuld: in uitspraaksessies kunnen studenten hun accent en verstaanbaarheid bijvijlen en in lezingen leren ze meer over uiteenlopende culturele aspecten van de lage landen. Vier stads- of museumuitstappen maken de onderdompeling compleet.
- Login om te reageren