Editie maart 2016
- Woorden met een paspoort
- Top tien: waarom buitenlanders Nederlands leren
- Sprekend Nederland brengt vooroordelen over accenten in kaart
- Het Vlaams-Nederlands Volkslied van Brigitte Kaandorp
- Je suis circonflexe?
- Kipstukcjes
- Duimspijker, hospita en uitsmijter. Welke woorden horen bij elkaar?
- Onze vrouw in Berkeley, VS
- De vraag: handvatten of handvaten?
- Een houten fietspad, slashie en synergiebonus
- Haalt u de fouten uit deze zin?
Duimspijker, hospita en uitsmijter. Welke woorden horen bij elkaar?
Nederlanders en Vlamingen hebben dezelfde taal, maar gebruiken weleens verschillende woorden om hetzelfde aan te geven. Neem de proef op de som en vind welke woorden dezelfde betekenis hebben. De letters achter de in Nederland en in de standaardtaal gangbare woorden vormen in de goede volgorde een woord. Stuur dat woord in via de reactieknop onder dit artikel en maak kans op een boekje over het Belgisch-Nederlands.
Vlaanderen
- Aftrekker
- Bibbergeld
- Bomma
- Buitenwipper
- Droogkuis
- Duimspijker
- Hesp
- Kinesist
- Kleedje
- Kotmadam
- Kozijn
- Lekstok
- Patat
- Refter
- Rondpunt
- Schuifaf
- Vijs
- Zakencijfer
Nederland
- Aardappel - A
- Omzet - R
- Flesopener - G
- Fysiotherapeut - S
- Glijbaan - O
- Hospita - E
- Jurk - S
- Kantine - N
- Lolly - K
- Neef - L
- Oma - E
- Punaise - W
- Rotonde - T
- Schroef - O
- Stomerij - S
- Ham - I
- Uitsmijter - N
- Gevarenpremie - R
Geografische variatie
In discussies over wat correct Nederlands is, worden vaak termen als standaardtaal, Standaardnederlands en Algemeen (Beschaafd) Nederlands gebruikt. Wat betekenen deze begrippen eigenlijk? Hoe verhouden geografische varianten zich tot de standaardtaal? Wie bepaalt wat er tot de standaardtaal behoort en wat niet? Zie hiervoor de toelichting van het Taaladviesoverleg van de Taalunie.
- Login om te reageren