Taalunienieuws
Taaluniecommissie pleit voor meer open data
Taaluniecommissie Digitaal Erfgoed rond haar werkzaamheden af met derde en laatste rapport over open data
Culturele erfgoedinstellingen moeten hun collecties digitaal open stellen met zo min mogelijk beperkingen. Dat is het belangrijkste advies aan de beleidsmakers voor de Nederlandse en Vlaamse cultuur- en erfgoedsector in het derde en laatste rapport van de Taaluniecommissie Digitaal Erfgoed.
In het laatste rapport staan aanbevelingen voor het Nederlandse en Vlaamse beleid om culturele instellingen te stimuleren met open data te werken en daarmee hun voordeel te doen. Met dit rapport wil de commissie zowel de mensen in de cultuur- en erfgoedwereld als de beleidsmakers ervan doordringen dat open data in het belang zijn van onze kennismaatschappij.
In haar eerdere twee rapporten had de commissie al lessen getrokken uit bestaande digitaliseringsprojecten in Nederland en Vlaanderen en aanbevelingen gedaan voor samenwerking in nieuwe projecten.
Vlaams-Nederlandse samenwerking
De Taaluniecommissie Digitaal Erfgoed is in 2013 ingesteld naar aanleiding van het advies van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren Waardeer Samenwerking. In dit rapport constateerde de Raad dat dat Nederlands-Vlaamse samenwerking een grote meerwaarde biedt om Nederlandstalige erfgoed duurzaam te beheren, onderhouden en beschikbaar te stellen. Samenwerking levert schaalvoordelen op, en door afstemming van activiteiten wordt er efficiënter gewerkt. Op advies van de Raad heeft het Comité van Ministers daarop de Taaluniecommissie Digitaal Erfgoed ingesteld (2013-2017).
Een belangrijk doel van deze commissie was om de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland te versterken. Daarom hadden in de commissie niet alleen mensen uit de erfgoedsector zitting, maar ook beleidsmakers en ambtenaren van de ministeries.
De belangrijkste aanbevelingen uit het rapport over open data op een rij:
De commissie hoopt dat haar aanbevelingen uit het derde en laatste rapport, net als die uit haar tweede rapport, door de overheden worden meegenomen in de nieuwe beleidskaders die voor de (culturele) erfgoedsector worden opgezet.
Het Nederlands online
Nederland en Vlaanderen hebben een gezamenlijk belang als het gaat om digitaal erfgoed. Een ruime aanwezigheid van Nederlandstalig erfgoed online draagt niet alleen bij aan de (her)bruikbaarheid van dat erfgoed, maar ook aan een stevige internationale positie van het Nederlands zelf. Momenteel is het Nederlands de twaalfde taal op het internet.
Het onderzoek de Staat van het Nederlands van de Taalunie concludeerde eerder dat het met de positie van het Nederlands goed is gesteld. Tegelijkertijd blijft waakzaamheid in zowel de fysieke als de digitale wereld geboden, om het Nederlands ook in de toekomst een levendige en aantrekkelijke taal te laten blijven.
Meer informatie
Lees hier meer over de Taaluniecommissie Digitaal Erfgoed en haar rapporten.