Taalunienieuws
Europese subsidie voor strategisch partnerschap opleiding literair vertalen
In Utrecht gaven op 16 en 17 oktober organisaties uit zes verschillende Europese landen het startsein voor het ontwikkelen van een referentiekader voor de opleiding en training van literair vertalers. Hiermee wordt voor het eerst tussen Europese opleiders overlegd over welke kennis en vaardigheden een literair vertaler dient te beschikken. De Europese commissie stelt voor het tweejarige project € 277.482 beschikbaar.
Het gaat om een Erasmus+ subsidie die is toegekend aan een consortium van acht organisaties: Universiteit Utrecht, Katholieke Universiteit Leuven, Nederlandse Taalunie, Fondazione Universitaria San Pellegrino, Eötvös Loránd University Budapest, Deutscher Übersetzerfonds, British Centre for Literary Translation, en CEATL, het Europese netwerk van organisaties van literair vertalers.
Het referentiekader is vergelijkbaar met het Europees Referentiekader voor het leren van Vreemde Talen, en beschrijft de specifieke kennis en vaardigheden die een goede literair vertaler op verschillende niveaus dient te hebben, zoals kennis van de brontaal, de doeltaal, de beroepspraktijk en de literatuur en cultuur van bron- en doeltaal.