Editie januari 2016

Klik hier voor de printversie.

De dichtregels

1. Ik ben geboren uit zonnegloren / en een zucht van de ziedende zee.
2. Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen, / Haast dravend en vaak hakend in de mat.
3. Want tussen droom en daad / staan wetten in de weg en praktische bezwaren.
4. Ik schrijf en doe mijn vierentwintig uren met geduld. / Ik schrijf en verwar elke zin met de zin van het leven.
5. Poëzie is een daad / van bevestiging. Ik bevestig / dat ik leef, dat ik niet alleen leef.
6. Ik draai een kleine mooie ritselende revolutie af / en ik val en ik ruis en ik zing.
7. Genoeg gedicht over de liefde voor vandaag / want al schrijvend heb ik de liefde niet bedreven.
8. Wullah, poetry poet, let mi takki you 1 ding: di trobbi hier is dit.
9. Er komt een vrouw naar mij toe. Ze zegt / 'wij zijn evenwijdig, raken elkaar in het / oneindige, laten we rennen'.
10. Kom er maar in, lezer, maak het je / gemakkelijk, struikel niet over de / zinsbouw en over de uitgeschopte schoenen, gaat u zitten.
11. Ik ging niet wandelen met de hond, / de hond ging wandelen met mij.
12. Geen geld./ Geen vuur./ Geen speed. / Geen krant. / Geen wonder. / Geen weed.
13. O krinklende winklende waterding, / Met 't zwarte kabotseken aen.
14. Kom vanavond uit je huizen, / tien keer honderd, duizenden / slecht vanavond alle grenzen / sluit je aan bij al die mensen.
15. Eerst waren er kinderen later / kwamen de soldaten en die schoten in het zand. / er vielen stoelen om./ je blanco vellen waren weg.

De dichters

• Anne Vegter - I
• Antoine de Kom - D
• Guido Gezelle - E
• Hagar Peeters - I
• Herman de Coninck - I
• Jacques Perk - K
• Joke van Leeuwen - G
• Jules Deelder - H
• Leonard Nolens - S
• Lucebert - Z
• Maud Vanhauwaert - N
• Ramsey Nasr - N
• Remco Campert - T
• Vasalis - U
• Willem Elsschot - N